Zeg maar één dan krijg je er twee...

Gepubliceerd op 8 januari 2007 om 12:15

‘Nee, één is meer dan genoeg’ zijn de woorden van Jo, als ik haar peil hoeveel kinderen ze wenst. Voordat we elkaar eeuwige trouw beloven, is het belangrijk te checken hoe het met de kinderwens gesteld is. Stel dat je partner vijf hummels wenst en jij niet, dan weet ik zeker, dat die eeuwige trouw op den duur op de tocht komt te staan. Ik ben een man van principes, dus als we ‘oefenden’ om zwanger te raken, probeerde ik uit alle macht mijn helft van ons toekomstige kind naar binnen te schieten, zodat het meteen raak zou zijn. En na een maand had ik al raak geschoten, Jo was zwanger.

Van de eerste schrik en opwinding bekomen, besloten we een afspraak te maken bij de gynaecoloog, ik had immers een gehandicapte zus en we wilden onszelf en het kind, indien mogelijk, een dergelijke toekomst besparen. Na amper 8 weken vond de ontzettend aardige vrouwendokter het nodig om een inwendige echo te maken om de boel even te checken. Er ging een apparaat bij Jo naar binnen, dat me deed denken aan de elektrische melkboer op ons nachtkastje, de functie was alleen niet helemaal hetzelfde. Omdat ik helemaal geen kaas had gegeten van deze materie verbaasde het mij ook niet, dat ik twee rare vlekjes op het beeldscherm zag. De gynaecoloog was waarschijnlijk zijn bril vergeten, hij boog zich steeds verder naar voren naar het beeldscherm om de details beter te kunnen zien. ‘Ik denk, dat het er twee zijn’ merkte hij nonchalant op. Ik was teleurgesteld, we hadden immers afgesproken om voor één exemplaar te gaan. Jo reageerde helemaal niet en lag nog te relaxen met haar benen in de beugels, was het dan toch een elektrische melkboer, die haar in extase bracht? ‘Ik weet het zeker, het zijn er inderdaad twee’ volgde een minuut later. Jo kwam spontaan een meter uit de beugels en vroeg me, waar de beste man het in vredesnaam over had. ‘Dat kan niet, we willen er maar één!’ echode het door de steriele ruimte. Nadat Jo alle gel met een doos tissues van haar ontvangstruimte had geveegd en aangekleed was, gingen we om de tafel met de verteller van het goede nieuws. De man feliciteerde ons uitbundig, maar Jo was in trance, we zouden failliet gaan, ze moest stoppen met werken en ze eiste het complete personeel van de thuiszorg op om dit alles in goede banen te leiden. Ik vond het eigenlijk wel stoer, twee kids voor de prijs van één. Als je zwanger bent van een tweeling, krijg je meteen een stempel in je dossier en mag je om de zoveel weken op bezoek bij de gynaecoloog. Elk bezoek nam Jo een introducé mee om de vlekjes op de monitor te bewonderen, zolang ik er nog geen duidelijke vorm in kon ontdekken, stond ik mijn plekje graag af aan een ander.

De hele zwangerschap verliep verder zonder noemenswaardige problemen, ik voelde me wel lekker in mijn vel ondanks de vele bezoekjes aan allerlei manonvriendelijke winkels vol babytroep. Voor ik een relatie kreeg met Jo, heb ik mezelf een keer verwend met een waterbed, ik had altijd veel last van mijn rug en ik sliep als een prins in mijn bedje. Naarmate Jo een dikkere buik kreeg, werd het steeds lastiger om ’s morgens (en een keer of tien ’s nachts om te plassen) uit dat waterbed te klimmen. Mijn nachtrust is me heilig, dus ik was zwaar gefrustreerd om tien keer per nacht als takelwagen ingeschakeld te worden. Jo stelde voor om een ander bed te kopen, daar dit bed moeilijk op klossen te zetten was met een paar duizend liter water. Ik wilde uiteraard geen afstand van mijn troetelkindje en vond het een beter idee als Jo op de nog niet opgeknapte, tochtige logeerkamer zou gaan slapen. Jo heeft een dwangneurose met betrekking tot schoonmaken, maar kon hier geen gehoor aan geven aangezien haar dikke buik haar erg in de weg zat. Ze zat dus de hele dag te niksen en kon dus ook nergens moe van worden, terwijl ik hard werkte en dus meer aanspraak kon maken op een luxe slaapplek.

Om alvast gewend te raken aan een burgerlijk leven, gingen we standaard elke vrijdagavond een potje kaarten bij Jo haar zus. Op de avond voor de geboorte waren we weer present en werden de kaarten geschud. Mijn zwager en ik waren in één van onze bekende humoristische buien en de ene na de andere grap rolde uit onze mond, we hebben de hele avond echt blauw gelegen van het lachen. Er werd nog gewaarschuwd niet teveel te lachen, anders zouden de vliezen wel eens kunnen breken en dat zou een paar weken te vroeg zijn. ’s Nachts lag ik lekker in coma in mijn waterbedje en ik sliep al door het toiletbezoek van Jo heen. Schijnbaar probeerde Jo mij al een paar keer wakker te maken vanaf de wc, maar ik was onbereikbaar. Na wat rammen op de tegels en een oorverdovende gil, besloot ik maar eens uit mijn nest te komen. Er lag een plas vruchtwater op de grond en na een telefoontje naar het ziekenhuis, begon ik in sneltreinvaart op de automatische piloot voorbereidingen te treffen: aankleden, kleren voor Jo in een tas, ponsplaatje mee, schoonmoeder bellen en hup de auto in en op weg naar het ziekenhuis. Bij het eerste stoplicht (waarom werken die eigenlijk nog midden in de nacht?) vond ik het verdacht stil in de auto. Logisch, Jo zat thuis nog op de wc en zij was toch degene, die de kinderen ter wereld moest brengen. Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen, bereidde ik me voor op de zwaarste dag uit mijn leven, uren in een ziekenhuis doorbrengen, een ware hel!

Na een tweetal blikjes RedBull, ik moest tenslotte ook wakker blijven, werd er een eerste onderzoek gedaan. De mededeling was voor Jo teleurstellend, maar voor mij een opsteker. Er was nog geen enkele ontsluiting en ik werd weer naar huis gestuurd aangezien het nog wel even zou duren. Ik mijn waterbedje weer in en Jo eindelijk eens op een fatsoenlijk bed in het ziekenhuis, omringd door allemaal lotgenoten.

’s Middags werd ik weer wakker en ben samen met mijn schoonmoeder richting ziekenhuis gegaan. Jo wilde perse haar moeder bij de bevalling, omdat ze geen vertrouwen had in mijn mentale gesteldheid binnen de muren van een ziekenhuis. Toen we in het gezellige, muf ruikende restaurant van het ziekenhuis net aan een bakkie leut zaten, begon mevrouw te klagen over kramp in haar buik en ze wilde weer terug naar haar bed. Het was mijn eerste bakkie van die dag, dus ik vond, dat Jo nog wel even kon wachten, ze zou nog aandacht genoeg krijgen die dag. Om de paar meter moest ze even stoppen en zitten, het werd alleen maar erger. Na een onderzoek bleek, dat de weeën begonnen waren en we mochten naar de verloskamer.

Een benauwd gevoel bekroop me en ik moest mijn ademhaling onder controle zien te krijgen, ik kon niet nu al ‘out’ gaan, er was nog niks gebeurd. Er werden allerlei dingen op Jo aangesloten en er gingen apparaten naar binnen op plekken, waar ze niet thuis hoorden, maar dit was allemaal volgens het protocol. De gynaecoloog kwam om de zoveel tijd even kijken of alles in orde was en verdween ook net zo snel weer. Het vervelende was, dat Jo last had van rugweeën, maar door alle snoeren en apparaten alleen maar op haar rug kon liggen. Aangezien ik uit mijn dagelijkse (en nachtelijke) ritme was gerukt, was ik de gehele dag nog niet naar de wc geweest. Bij een ziekenhuis- of tandartsbezoek reinig ik mijn lichaam van binnen altijd grondig, door een keer of tien per dag naar de wc te moeten. Toen ik vrolijk opmerkte, dat ik eens even lekker ging kleien, waren de rapen gaar. Ik dacht dat vrouwen alleen in films zo reageerden als ze zwanger waren, maar ik had het gevoel alsof ik vreemd was gegaan, zo ging ze tekeer. En dit terwijl ik alleen maar moest poepen! Eindelijk was daar de bekende 10 cm en Jo mocht bij een perswee meedoen. Op dat ogenblik leek alles stil te vallen in Jo’s lichaam, de weeën waren verdwenen en er gebeurde niks. Omdat Jo graag van haar balast verlost wilde zijn, perste ze op goed geluk een eind mee. Mijn hand had ondertussen de vorm van een krantenprop aangenomen, zo hard kneep Jo mijn hand fijn. Ik zat te wachten op de bekende ontplofte egel, maar er kwam helemaal niks. Zoals vaker bij vrouwen, begon Jo te klagen, dat ze niet meer kon. Wat dacht je van mij! De gynaecoloog had blijkbaar een appartement in het ziekenhuis, want hij kwam aanzetten met iets wat op een sla couvert leek. Ik weet, dat ik niet achteraan heb gestaan met het uitdelen van geslachtsorganen, maar dat dit door dat gat naar binnen zou kunnen, daar had ik toch wel mijn twijfels over. De gynaecoloog echter niet en voordat ik er erg in had, had hij met een snoeischaar een knip gemaakt en staken de uiteinden van het couvert als fonduestokjes naar buiten. De eerste twee pogingen om onze eerste dochter naar buiten te lokken, mislukten. Om wat meer kracht te kunnen zetten, plaatste de gynaecoloog zijn voet op de rand van het bed en begon aan de twee uitstekende stokken te trekken. Eindelijk zat er letterlijk en figuurlijk beweging in de zaak. Werd ook wel tijd, want ik moest nog steeds ontzettend nodig poepen.

Babet kwam als eerste ter wereld en zag er uit als een gekloonde ET. Haar hele gezicht was schots en scheef en er kwam geen enkel geluid uit. Toen er eenmaal geluid uitkwam, kwam daar de eerste drie maanden ook geen eind meer aan, wat een gejank. Iedereen, die zegt, dat je een mooie baby hebt, lult uit z’n nek. Een baby is niet mooi, een baby is spuuglelijk! Als je opmerkingen krijgt als: ‘wat heeft hij/zij veel haar’ of ‘wat een leuk neusje’ weet je dat je een spuuglelijke baby hebt, maar de visite moet natuurlijk uit beleefdheid iets zeggen over dat monster. Als je een tweeling krijgt en angstig bent voor een ziekenhuisomgeving, is het moeilijk om te bepalen, waar je je aandacht op moet vestigen: baby nummer 1 is ter wereld gekomen en wordt afgevoerd, je vrouw ligt met een bebloede muts te wachten op baby nummer 2, je schoonmoeder wordt neurotisch door nicotinegebrek en ik moest poepen! Uiteindelijk kwam Renée binnen 7 minuten en was het duo compleet. Jo werd weer dichtgenaaid en ik mocht ouders, broers en zussen bellen om het nieuws te vertellen. Als beloning voor mijn heldhaftige gedrag tijdens de bevalling (de gynaecoloog was van tevoren ingelicht over mijn ziekenhuisfobie) mochten we wat drinken op de verloskamer. Mijn god, wat had ik een zin in een biertje (en ik drink bijna nooit). De opties waren echter koffie van een dag oud of een lekker glas ranja.

Ik mocht weer naar huis om alles in orde te maken voor de thuiskomst van mijn gezinnetje. De rest van het gezin moest echter nog een week of twee in het ziekenhuis blijven, omdat de kids ver onder hun gewicht waren.

Eenmaal thuis werden de eerste drie maanden in plaats van ‘de gelukkigste tijd uit mijn leven’ de vermoeiendste maanden uit ons leven. Overdag was alles in rust en konden we lekker genieten van onze twee dochters. Zodra ze ’s avonds naar bed gingen, brak de hel los. In stereo schreeuwden ze de hele boel bij elkaar en pas tegen middernacht hadden ze daar genoeg van. De ultra moderne babyfoon kon meteen de prullenbak in, zes huizen verderop kon iedereen nog live meegenieten. Onze remedie was de stereo zo hard te zetten, dat we zelf niets anders hoorden dan vrolijke muziek. Na drie maanden was het bij allebei van het ene op het andere moment over en werden het ware modelbabys. Heerlijk rustig en heeeel veel slapen.

Om toekomstige gelijksoortige situaties op het gebied van babys te voorkomen, heb ik me na drie jaar aandringen van Jo bijna vrijwillig laten steriliseren. Over deze ingreep zou ik een aparte blog kunnen schrijven, maar laten we het er maar op houden, dat hier ook niet alles meezat. 

Maar wat hebben onze twee kids me de eerste maanden een stress opgeleverd. Zou ik wel een goede vader voor ze zijn en zou ik ze wel kunnen geven waar ze recht op hebben? Nog steeds vraag je je elke dag af hoe de toekomst voor die twee eruit zal zien en of je het allemaal wel goed doet. Maar elke avond als ik naar bed ga, geef ik ze een nachtzoen en streel ze zachtjes door hun haar. Ik blijf dan even een minuutje naar ze kijken terwijl ze heerlijk liggen te slapen en bedenk dan hoe dankbaar ik Jo en de kids ben, dat ze mij zoveel moois geven.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.